Documentatie

Parkeergarage voor flatgebouw en condominiums

In heel veel gevallen kunnen de flats en EVSE's de bestaande stroomvoorziening van de huisaansluiting delen. Het is niet nodig om een extra huisaansluiting te installeren om de EVSE te voeden. Het load management systeem bepaalt elke 3 seconden het verbruik van de flats en regelt het laadvermogen zo dat de bestaande huisaansluitwaarde niet wordt overschreden. De flats hebben een hogere prioriteit, d.w.z. EVSE's worden uitgeschakeld wanneer de stroomvraag van de flats toeneemt.

Laadprofiel voor woongebouwen: In het geval van residentieel gebruik wordt overwegend slechts een klein deel van het in opdracht gegeven laadvermogen gebruikt. Piekbelastingen doen zich typisch voor tussen 16 en 19 uur, wanneer de bewoners thuiskomen en koken. Gedurende de rest van de tijd is het huisaansluitvermogen bijna volledig beschikbaar voor de EVSE's. Uw netbeheerder kan een belastingsmeting in uw huis uitvoeren om de werkelijke stroomvraag op alle tijdstippen van de dag over een periode van 1-2 weken te bepalen. In het voorbeeld van een ondergrondse parkeergarage met 13 wooneenheden is het in opdracht gegeven aansluitvermogen van de woning 55kW, de basisbelasting overdag is ca. 1,5kW tot 3,5kW en de piekbelasting is ca. 20kW. U heeft dus voldoende vermogen om de e-auto's op te laden.

Benodigde energie en vermogen: Statistisch gezien rijdt een auto ongeveer 40km per dag. Een elektrische auto heeft hiervoor ca. 10kWh nodig, dus wordt hij in ca. 1 uur opgeladen met een 11kW EVSE. Omdat de gebruikers op verschillende tijden komen, worden slechts enkele auto's tegelijk opgeladen. Vanaf 02/2022 wordt ervan uitgegaan dat met 8 elektrische auto's gemiddeld 1-2 auto's tegelijk laden. Met 22kW EVSE's is gelijktijdig opladen nog zeldzamer. Driefasig ladende auto's kunnen worden geregeld tot een minimaal laadvermogen van ca. 4,1kW. Met een vermogen van 42kW is het dus mogelijk 10 auto's tegelijk op te laden zonder dat afzonderlijke EVSE's moeten worden uitgeschakeld.

Volgens onze ervaring kun je als vuistregel uitgaan van ca. 3-4kW huisaansluitvermogen per parkeerplaats, d.w.z. voor een garage met 20 EVSE's zou ca. 60-80 kW huisaansluitvermogen voldoende moeten zijn voor de garage en het appartementengebouw samen. Verdere ervaring (en die van anderen) zal waarschijnlijk uitwijzen dat zelfs minder dan 3kW per parkeerplaats voldoende zal zijn.

U moet eerst bepalen hoe hoog de aansluitcapaciteit van uw woning is. Bij de bouw is een bepaalde waarde besteld bij de netbeheerder / energieleverancier. Tussen haakjes: In de meeste gevallen kunnen de huisaansluitingen iets meer vermogen aan dan is besteld. Als u meer vermogen bestelt, moet u de netbeheerder een forfaitaire bouwkostsubsidie betalen voor de versterking van het distributienet. U kunt het beste van deze gelegenheid gebruik maken om te vragen tot welke waarde uw vermogen kan worden verhoogd zonder dat er bouwkundige maatregelen aan uw huisaansluiting moeten worden getroffen. In het voorbeeld hierboven is momenteel 55kW besteld, maar technisch zou 69kW mogelijk zijn (100A zekering). Het is goed als u nog een reserve beschikbaar heeft.

Formulier: Planningssteun voor de installatie van een oplaadinfrastructuur

Download onze planningshulp voor de installatie van een laadinfrastructuur en vul het formulier in. Het formulier helpt u eerst de basis in uw gebouw te bepalen en vergelijkt drie uitvoeringsvarianten. Normaal gezien verschillen de kosten voor plan 1-3 niet veel. Raadpleeg een elektricien die veel technische vragen kan beantwoorden. Vervolgens kunt u in overleg met alle partijen, elektriciens en energieleveranciers, beslissen hoe uw oplaadinfrastructuur gerealiseerd zal worden.

Opmerking: Om ervoor te zorgen dat alle berekeningen in het formulier automatisch worden uitgevoerd, moet u het formulier openen in Adobe Acrobat Reader. In andere PDF programma's is het mogelijk dat de formules van de formuliervelden niet worden uitgevoerd.

Voorstel voor de totstandbrenging van een heffingsinfrastructuur

Een elektricien of ontwerper moet de specifieke bestaande installatie controleren. Er kunnen eisen zijn waarmee hier geen rekening is (of kan worden) gehouden. Plaats een NH-verdeler met twee stopcontacten op de huisaansluiting: Eén voor de flats en één voor de parkeergarage. Integreer een (transformator)meter in de ingang van de NH-verdeler om het vermogen op de huisaansluiting te registreren (vermogen van alle flats en EVSE's). In de cFos Charging Manager heeft deze meter de rol "netreferentie" (hier staat wat uitleg over meters). De cFos Charging Manager heeft deze meter nodig voor de aansturing. U kunt bijvoorbeeld de ABB B24 of Eastron SDM630 MCT als meter gebruiken.

Aansluitschema huisaansluiting

Plaats in overleg met de elektricien en de netbeheerder een convertermeter achter de HN-verdeler in de toevoerleiding naar de parkeergarage, zodat u de laadstroom centraal kunt factureren aan de energieleverancier. De energieleverancier zal deze meter gebruiken om de door de EVSE verbruikte energie aan u te factureren.

Achter deze meter installeert u een verdeelkast van waaruit alle EVSE's in de garage in een sterconfiguratie worden bekabeld. In deze verdeelkast zit voor elke EVSE een eenvoudige aardlekschakelaar type A (het dure type B is alleen nodig als de EVSE geen eigen DC-reststroomdetectie heeft), een automaat (zekering) en eventueel een geijkte (d.w.z. MID-gecertificeerde) meter. Hier volgt een uitleg over waar u rekening mee moet houden bij de facturering van uw elektriciteitsverbruik. Aan het einde van het jaar kunt u al deze meters gewoon aflezen en de gebruikers van de parkeergarage als extra kosten in rekening brengen. De cFos Charging Manager helpt u met een transactielogboek waarin alle laadprocessen worden geregistreerd. U kunt ook meters installeren op de individuele parkeerplaatsen of gebruik maken van EVSE's met ingebouwde meters.

in het kader van appartementsgebouwen adviseren wij het gebruik van meters met fase-nauwkeurige registratie van de laadstroom, zodat de cFos Charging Manager de laadstromen per fase kan berekenen en zo het beschikbare huisaansluitvermogen beter kan benutten. U moet de EVSE altijd fase-afhankelijk aansluiten om piekstromen op afzonderlijke fasen te vermijden en dit ook aan de cFos Charging Manager meedelen in de EVSE-configuratie onder "Fase-afwijking".

De toegang tot individuele EVSE's kan optioneel worden geregeld met de cFos Charging Manager via RFID-lezers in de EVSE's of via een centrale RFID-lezer.

Afhankelijk van de plaatselijke omstandigheden kunt u ook een railsysteem in de garage installeren in plaats van stervormige bedrading, van waaruit de afzonderlijke EVSE's worden afgetakt. U dient hier de kosten te vergelijken. Onder bepaalde omstandigheden kunnen er aanpassingsverplichtingen zijn in geval van wijzigingen aan de huisaansluiting. Dit moet u navragen bij uw planner of elektricien. Als bijvoorbeeld de meterkast tegen hoge kosten moet worden vervangen, kan het voordeliger zijn om een aparte huisaansluiting voor de garage te installeren.

Als uw parkeergarage door meerdere huizen wordt gebruikt, kunt u een deel van de parkeerplaatsen leveren vanuit de huisaansluitingen van elk huis, volgens de bovenstaande vuistregel. Als bijvoorbeeld twee woningen een garage met 20 parkeerplaatsen delen, kunnen 10 parkeerplaatsen vanuit elke huisaansluiting worden gevoed door middel van een verdeelkast. U bedient dan één load management per huisaansluiting.

Veel details worden hier beschreven in het voorbeeld van een ondergrondse parkeergarage met 13 wooneenheden. Hier vindt u ook een schematische voorstelling van de bedrading en de plaatsing van de meters.

In verenigingen van huiseigenaars wordt de centrale infrastructuur, d.w.z. NH-verdeler, reismeter en verdeelkast, vaak geïnstalleerd en elke partij die zijn parkeerruimte wil upgraden met een EVSE draagt de kosten voor het leggen van de kabels vanaf de verdeelkast, de EVSE en een deel van de centrale voeding. Op deze manier kan de garage naar behoefte stap voor stap worden opgewaardeerd.

EVSE's achter de meters van de wooneenheden

In sommige appartementsgebouwen is het wenselijk dat de EVSE's via de meters in de flats lopen. Dit bespaart de transformatormeter van de energieleverancier in de aansluitruimte van de woning, maar vereist wel dat de meters in de flats en de leidingen die daarvandaan lopen voldoende gedimensioneerd zijn. Voor flats moet u rekenen met een stroom van ca. 16A per fase (bijv. voor vaatwasser of wasmachine). Een 11kW EVSE trekt maximaal 16A per fase.

Zoals hierboven beschreven, moet je een centrale meter in huis installeren die het stroomverbruik op de huisaansluiting meet. Vervolgens kan de cFos Charging Manager alle EVSE's aansturen, zodat het maximale vermogen van de huisaansluiting niet wordt overboekt.

Figuur EVSE's achter platte meters

Als de stroomaansluitingen in de appartementen sterk genoeg zijn om alle huishoudelijke apparaten en de EVSE te laten werken, hoeft u niets anders te configureren (bijvoorbeeld bij een aangesloten vermogen van 32A per fase en een 11kW EVSE). Als de stroomaansluiting niet sterk genoeg is, kan het voldoende zijn om de EVSE permanent te beperken tot 12A of 14A.

Met de cFos Charging Manager kun je de EVSE's echter ook zo configureren dat ze de stroom delen met de betreffende flat. Hiervoor moet u een verbruiksmeter installeren voor het vermogen van de flat. De cFos Charging Manager kan dan het vermogen van de EVSE tijdelijk verminderen, afhankelijk van het verbruik van de andere apparaten in de flat. U moet echter altijd rekening houden met een reserve van minstens 6-7A, aangezien een EVSE slechts tot minimaal 6A (ca. 4,1kW) kan worden geregeld.

Deze constellatie maakt de transformatormeter van de energieleverancier en de aparte facturering van de EVSE-elektriciteit overbodig, aangezien deze via de flatmeter wordt geleverd. Het nadeel is dat niet het volledige aansluitvermogen van het huis potentieel beschikbaar is voor elke EVSE, maar dat elke EVSE bovendien wordt beperkt door het respectieve vlakke verbruik.