Een internetverbinding is niet verplicht voor de cFos Charging Manager. Load management werkt ook zonder. We raden echter een internetverbinding aan, omdat dan de tijd automatisch kan worden ingesteld, software-updates kunnen worden geïnstalleerd en het systeem op afstand kan worden onderhouden (bijvoorbeeld via HTTP-toegang of met de VNC Viewer).
In plaats van een vaste lijn kun je ook een LTE Surfstick/LTE router met een simkaart gebruiken. Hieronder zie je hoe je een internetverbinding opzet met een Raspberry Pi 4.
De Raspberry Pi met cFos Charging Manager wordt bediend met cFos Power Brain wallboxen of ondersteunde boxen van derden op een locatie zonder internetverbinding, bijvoorbeeld in een kelder of op een parkeerplaats buiten. De wallboxen kunnen vervolgens met een Modbus RTU-kabel op de Raspberry Pi worden aangesloten. Als je wallboxen via TCP/IP (LAN of WLAN) wilt aansluiten, moet de Raspberry Pi als router zo worden geconfigureerd dat hij een internetverbinding met de LTE-stick onderhoudt en tegelijkertijd een lokaal netwerk creëert in waarop deze wallboxen kunnen inloggen. Het neemt daarom de rol van een toegangspunt op zich.
Als alternatief kunt u een apart toegangspunt of LTE-router gebruiken (zie hieronder).
Jij hebt nodig:
De Huawei E3372 LTE Surfstick werkt in principe met de nieuwste versie van Raspberry Pi OS via plug and play. Als er een wachtwoord op de simkaart staat, moet u toegang hebben tot de grafische gebruikersinterface om dit in te stellen. De eenvoudigste manier is om / pincode in te voeren vanuit een browser. Voer hiervoor 192.168.8.1 in de adresregel in. De gebruikersinterface van Surfstick zou moeten openen. Nadat de pincode is ingevoerd, wordt deze opgeslagen in de surfstick.
Het voordeel van een LTE-router is dat deze ook als WLAN-toegangspunt kan dienen. U kunt wallboxen ook via WLAN (Modbus TCP/IP) aansluiten. Ook hebben alle aangesloten wallboxen toegang tot internet en kun je bijvoorbeeld software-updates installeren.